Al het water van de zee

Een 2 havo-klas gaat op schoolkamp naar Terschelling. Op de tweede dag organiseert de sportleraar Haneman een volleybalwedstrijd. Vier partijen van zes kinderen zullen om beurten tegen elkaar strijden. Hij wijst Isabel en Daan aan als teamleiders. Bij het kiezen van de teams blijft Ivo als laatste over. Daan die hem moet kiezen, negeert hem demonstratief. Met tegenzin doet Ivo mee met de wedstrijd.
Tijdens de finale vindt er een ongelukje plaats dat Daan meteen uitbuit om Ivo opnieuw te vernederen.

De schrijfster van dit boek legt een klas tijdens een schoolkamp als het ware op de ontleedtafel. Ze legt daarbij de onderlinge verhoudingen (in de klas) en de achtergronden van het pesten en het gepest worden bloot. De gekozen invalshoek is heel origineel: in elk hoofdstuk is een andere leerling de hoofdpersoon. Je leert de klasgenoten daardoor kennen zoals ze gezien worden door anderen en, een voor een, van binnenuit. Naarmate het verhaal vordert gaan de scholieren daardoor steeds meer voor je leven. De climax grijpt je dan ook aan alsof je zelf in die klas zit.